Impulsregeling samenwerking neerlandistiek binnen en buiten het Nederlandse taalgebied

De impulsregeling is bedoeld om nieuwe samenwerkingen tussen afdelingen Nederlands/neerlandistiek binnen en buiten het taalgebied te stimuleren en te versterken. Het gaat hierbij om samenwerkingen op het vlak van onderzoek en onderwijs.

De regeling is tijdelijk.

Wie kan deze subsidie aanvragen?

Een samenwerkingsverband tussen

  • een (of meerdere) afdelingen Nederlands/neerlandistiek aan hogescholen/universiteiten binnen het Nederlandse taalgebied, en
  • een (of meerdere) afdelingen Nederlands/neerlandistiek aan hogescholen/universiteiten buiten het Nederlandse taalgebied.

Wat komt in aanmerking voor subsidie?

Samenwerking rond onderzoek

Kosten voor:

  • het opzetten van een internationale onderzoeksgroep
  • het gezamenlijk opstellen van onderzoeksaanvragen
  • het organiseren van een internationale (online) onderzoeksmasterclass
  • het (online) begeleiden bij internationale promoties

Samenwerking rond onderwijs Nederlands in het hoger onderwijs

Kosten voor:

  • het opzetten van een internationale projectgroep rond onderwijs Nederlands
  • het gezamenlijk opstellen van aanvragen voor didactische projecten
  • het gezamenlijk voorbereiden van bidiplomeringstrajecten
  • uitwisselingen over didactiek en best practices
  • intervisieprojecten
  • studentenuitwisselingen

De subsidie kan niet gebruikt worden voor:

  • samenwerkingen die al gefinancierd worden door de Taalunie;
  • samenwerkingen met winstoogmerk;
  • samenwerkingsinitiatieven die zich al in de uitvoeringsfase bevinden;

Subsidie voor de uitvoering van internationale (onderzoeks)projecten kan worden aangevraagd binnen de regeling projectsubsidie IN/NVT in het hoger onderwijs door afdelingen Nederlands/neerlandistiek aan hogescholen en universiteiten buiten het Nederlandse taalgebied.

Voorwaarden

Het initiatief draagt bij aan internationale samenwerking rond onderzoek en onderwijs Nederlands/neerlandistiek tussen instellingen binnen en buiten het taalgebied.

Het initiatief versterkt een bestaande samenwerking of legt de basis voor een nieuwe duurzame samenwerking tussen de deelnemende afdelingen.

Het Nederlands is de belangrijkste voertaal van de samenwerking.

De aanvrager communiceert over het project, o.a. op sociale media.

Het aanvraagdossier bevat

  • informatie over wie bij de samenwerking betrokken is en wat de expertise is van elke partner;
  • informatie over welke rol en verantwoordelijkheid iedere partner opneemt in de samenwerking;
  • een beschrijving van de meerwaarde van de samenwerking voor de deelnemende afdelingen;
  • een beschrijving van de doelen, de inhoud, de aanpak en de resultaten van de samenwerking;
  • informatie over de kansen op een langdurig samenwerkingsverband tussen de partners;
  • een actieplan met tijdsplanning;
  • informatie over hoe de kwaliteit van de samenwerking gegarandeerd wordt;
  • een kostenoverzicht voor de realisatie van de samenwerking. De aanvrager gebruikt hiervoor verplicht het sjabloon Kostenoverzicht samenwerking. In het kostenoverzicht geeft de aanvrager alle gevraagde kosten op, ongeacht de hoogte van het aangevraagde bedrag.

Voor elke nieuwe samenwerking wordt een aparte aanvraag ingediend. Het is niet toegestaan om verschillende van de bovengenoemde opties te combineren in 1 aanvraagdossier. Het is wel toegestaan om verschillende aanvragen in te dienen tijdens dezelfde subsidieronde.

Een van de samenwerkende partners treedt op als penvoerder en dient de aanvraag in via de subsidiemodule.

Het rekeningnummer in het aanvraagdossier behoort toe aan een rechtspersoon.

De algemene subsidievoorwaarden van de Taalunie zijn van toepassing.

Subsidiebedrag

De aanvrager kan maximaal 25.000 euro aanvragen per samenwerking.

Na toekenning wordt een voorschot van 75% van het toegekende subsidiebedrag overgemaakt.

Beoordeling

De aanvraag wordt afgetoetst aan de voorwaarden die hierboven staan.

Als het budget niet toereikend is om alle aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie toe te kennen, wordt op basis van de volgende principes geprioriteerd door een adviescommissie:

  • samenwerkingen met perspectief op een langdurige relatie tussen de partners krijgen voorrang
  • samenwerkingen met een grotere impact krijgen voorrang;
  • samenwerkingen met een groter partnerschap krijgen voorrang;
  • aanvragers die nog geen subsidie hebben ontvangen voor een internationale samenwerking krijgen voorrang.

Procedure

  1. 1

    Aanvraagdeadlines

    De impulsregeling samenwerking neerlandistiek binnen en buiten het Nederlandse taalgebied is een tijdelijke subsidieregeling en heeft maximaal drie aanvraagdeadlines:

    • uiterlijk 1 december 2025
    • uiterlijk 1 juni 2026
    • uiterlijk 1 december 2026

    Als het budget in de eerste of tweede aanvraagronde uitgeput is, vindt geen nieuwe ronde plaats.

  2. 2

    Wijze van indiening

    Klik op de knop onderaan deze pagina om een aanvraag te starten in de subsidiemodule.

    Een aanvrager kan het hele jaar door een aanvraag starten, bewerken en bewaren in de subsidiemodule. Het indienen van een aanvraag is alleen mogelijk in de twee maanden voorafgaand aan de aanvraagdeadline.

  3. 3

    Beoordelingstermijn

    De beoordelingstermijn van de aanvraag bedraagt 3 maanden, op voorwaarde dat het aanvraagdossier compleet is. De aanvrager ontvangt de beslissing via mail. Deze is ook beschikbaar in de subsidiemodule.
  4. 4

    Toekenning

    Als de aanvraag wordt goedgekeurd, ontvangt de aanvrager de toekenningsbrief als bijlage per mail. Die is ook raadpleegbaar in het subsidiedossier in de subsidiemodule.
  5. 5

    Betaling

    2 à 3 weken na ontvangst van de toekenningsbrief, wordt het volledige subsidiebedrag overgemaakt op het opgegeven rekeningnummer.

    Zorg ervoor dat de correcte betalingsgegevens zijn vermeld in het ingediende aanvraagdossier. Na de aanvraagdeadline kunnen die niet meer aangepast worden.

  6. 6

    Wijzigingen in de gesubsidieerde activiteit

    De Taalunie kent subsidie toe op basis van de volledige inhoud van het aanvraagdossier. De subsidie kan dus alleen gebruikt worden voor het project dat in het goedgekeurde aanvraagdossier beschreven staat.

    Als er na toekenning onverwachts wijzigingen zijn in de uitvoering van het project moet de aanvrager dit melden en/of hiervoor toestemming vragen aan de Taalunie. In de algemene subsidievoorwaarden staat vermeld welke stappen een aanvrager moet ondernemen.

  7. 7

    Eindrapportage

    Uiterlijk 6 weken na afloop van het project moet de aanvrager via de subsidiemodule een eindrapportage indienen in het subsidiedossier. De aanvrager gebruikt verplicht het sjabloon Financiële eindrapportage samenwerking.

Vragen

Vragen over de subsidieprocedure?

Neem een kijkje bij de algemene informatie over onze subsidies en op de helppagina.

Vragen over de inhoud van deze subsidieregeling?

Neem contact op met Fiona van Koot (fvankoot@taalunie.org).