Projectsubsidie onderwijs Nederlands in de buurregio’s (België, Frankrijk en Duitsland)
De projectsubsidie is bedoeld om het onderwijs Nederlands in de buurregio’s te versterken, te ondersteunen en te promoten.
Wie kan deze subsidie aanvragen?
- instellingen, overheden en organisaties uit de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, Hauts-de-France, Nedersaksen en Noordrijn-Westfalen:
- onderwijsinstellingen in het regulier en volwassenonderwijs
- lerarenopleidingen (Nederlands)
- vakverenigingen
- regionale overheden, lokale overheden en overheidsorganisaties
- verenigingen zonder winst (vzw’s) en stichtingen
- instellingen, overheden en organisaties uit Nederland of Vlaanderen die zich projectmatig richten op het regulier en volwassenonderwijs Nederlands in de buurregio’s.
Universiteiten en hogescholen uit de buurregio’s, met uitzondering van lerarenopleidingen, kunnen alleen een partner zijn in een project van een van de aanvragers die hierboven staan. Zij kunnen zelf geen aanvraag indienen.
Wat komt in aanmerking voor subsidie?
- activiteiten
- voor leerlingen, studenten en cursisten die hun taalvaardigheid in het Nederlands en hun leermotivatie bevorderen (zoals uitwisselingen, excursies, studiereizen)
- die het onderwijs Nederlands promoten
- nascholingen, workshops en conferenties voor lesgevers rond didactiek Nederlands als vreemde taal (NVT)
- ontwikkeling van leer- en lesmaterialen
- evenementen rond het Nederlands en de Nederlandstalige cultuur
- projecten die de internationale samenwerking rond het onderwijs Nederlands bevorderen
De subsidie kan niet gebruikt worden voor:
- kosten voor infrastructuur, apparatuur en regulier lesmateriaal;
- structurele personeelskosten;
- activiteiten met winstoogmerk.
Scholen voor primair en secundair onderwijs in de buurregio’s kunnen een aanvraag indienen voor een schrijversbezoek binnen de regeling ‘Subsidie voor schrijversbezoek wereldwijd’ van de Taalunie. Zij kunnen hiervoor geen aanvraag indienen binnen deze regeling voor projectsubsidie onderwijs Nederlands in de buurregio’s.
Voorwaarden
Het project heeft een positieve invloed op het onderwijs Nederlands en/of het imago van de Nederlandse taal en cultuur.
Het project past binnen de beleidskaders van de Taalunie en de overheid in de respectieve buurregio.
Het Nederlands is de belangrijkste voertaal van het project.
De aanvrager communiceert over het project, o.a. op sociale media.
Het aanvraagdossier bevat
- een beschrijving van de doelen, de inhoud en de impact van het project;
- informatie over wie aan het project meewerkt;
- informatie over hoe het project geëvalueerd wordt;
- een begroting die inzicht geeft in de inkomsten en uitgaven (aanvrager gebruikt hiervoor verplicht het begrotingssjabloon projecten en activiteiten).
De aanvraag is opgesteld in het Nederlands, het Frans of het Duits.
Het subsidiebedrag dat wordt aangevraagd bij de Taalunie bedraagt maximaal 75% van het totale budget. Dekking van de overige kosten gebeurt door middel van cofinanciering die expliciet in de begroting van de aanvraag moet vermeld staan.
Het rekeningnummer in het aanvraagdossier behoort toe aan een rechtspersoon.
De algemene subsidievoorwaarden van de Taalunie zijn van toepassing.
Bijkomende voorwaarden voor activiteiten
De activiteit bevordert de motivatie van de deelnemers om het Nederlands te leren en/of bevordert de taalvaardigheid van de deelnemers in het Nederlands.
De activiteit valt binnen eenzelfde school- of academiejaar.
Het aanvraagdossier bevat
- een programma op hoofdlijnen;
- het minimale en maximale aantal deelnemers aan de activiteit.
Bijkomende voorwaarden voor nascholingen, workshops en conferenties
De nascholing, workshop of conferentie bevordert de didactische vaardigheden NVT, de taalvaardigheid Nederlands of kennis van de Nederlandstalige cultuur van de lesgevers.
Het aanvraagdossier bevat
- een programma op hoofdlijnen;
- het minimale en maximale aantal deelnemers;
- informatie over hoe de aanvrager de activiteit zal promoten.
Bijkomende voorwaarden voor de ontwikkeling van leer- en lesmaterialen
Het materiaal is breed inzetbaar en van hoge kwaliteit.
Het materiaal is actueel, en relevant en geschikt voor de onderwijspraktijk.
Het materiaal komt tot stand in een samenwerking tussen meerdere lesgevers of didactische experts (via een werkgroep).
Het materiaal is vrij toegankelijk en wordt in de lesmaterialenbank van mijnNederlands gepubliceerd.
De aanvrager draagt zorg voor de promotie van het ontwikkelde materiaal.
Het aanvraagdossier bevat informatie over hoe de aanvrager het ontwikkelde materiaal zal promoten.
De Taalunie is mede-eigenaar van het materiaal dat ontwikkeld wordt.
Bijkomende voorwaarden voor evenementen rond het Nederlands en de Nederlandstalige cultuur
Het evenement focust op het Nederlands en de Nederlandstalige cultuur.
De aanvrager draagt zorg voor een brede promotie van het evenement.
Het aanvraagdossier bevat
- een programma op hoofdlijnen;
- het minimale en maximale aantal deelnemers;
- informatie over hoe de aanvrager het evenement zal promoten.
Bijkomende voorwaarden voor projecten die de internationale samenwerking rond het onderwijs Nederlands bevorderen
Het project wordt uitgevoerd in samenwerking met partners uit minstens 2 verschillende landen of minstens 2 verschillende regio’s binnen 1 land.
Het aanvraagdossier bevat
- informatie over de partners;
- een programma op hoofdlijnen;
- het minimale en maximale aantal deelnemers;
- informatie over hoe de aanvrager het project zal promoten.
Subsidiebedrag
Per project kan een bedrag tussen 500 en 20.000 euro worden aangevraagd.
Na toekenning wordt een voorschot van 75% van het volledige subsidiebedrag overgemaakt.
Beoordeling
De aanvraag wordt afgetoetst aan de voorwaarden die hierboven staan.
Als het budget niet toereikend is om alle aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie toe te kennen, wordt op basis van de volgende principes geprioriteerd door een adviescommissie:
- evenredige geografische verspreiding van projecten binnen eenzelfde buurregio;
- evenredige verspreiding van projecten qua onderwijsniveau en –type binnen eenzelfde buurregio;
- projecten die het onderwijs Nederlands in de buurregio’s rechtstreeks versterken krijgen voorrang;
- projecten die inspelen op een urgente behoefte krijgen voorrang;
- projecten met een grotere impact krijgen voorrang;
- projecten met een groter bereik krijgen voorrang;
- een aanvrager die nog geen subsidie heeft toegekend gekregen voor een project in het betreffende kalenderjaar krijgt voorrang;
- aanvragen uit de buurregio’s krijgen voorrang.
Procedure
- 1
Aanvraagdeadlines
Een projectsubsidie kan tot uiterlijk 1 juni en 1 december worden ingediend.
Let op: als het project / de activiteit start binnen de 3 maanden na de aanvraagdeadline, raadt de Taalunie de aanvrager aan om het dossier in een vroegere subsidieronde in te dienen.
- 2
Wijze van indiening
Ga naar de subsidiemodule om een aanvraag te starten.
Het indienen van een aanvraag is alleen mogelijk in de twee maanden voorafgaand aan de aanvraagdeadline.
- 3
Beoordelingstermijn
De beoordelingstermijn van de aanvraag bedraagt 3 maanden, op voorwaarde dat het aanvraagdossier compleet is. De aanvrager ontvangt de beslissing via mail. Deze is ook beschikbaar in de subsidiemodule. - 4
Toekenning
Als de aanvraag wordt goedgekeurd, ontvangt de aanvrager de toekenningsbrief als bijlage per mail. Die is ook raadpleegbaar in het subsidiedossier in de subsidiemodule. - 5
Betaling voorschot
2 à 3 weken na ontvangst van de toekenningsbrief, wordt het voorschotbedrag van de subsidie overgemaakt op het opgegeven rekeningnummer.
Zorg ervoor dat de correcte betalingsgegevens zijn vermeld in het ingediende aanvraagdossier. Na de aanvraagdeadline kunnen die niet meer aangepast worden.
- 6
Wijzigingen in het gesubsidieerde project / de gesubsidieerde activiteit
De Taalunie kent subsidie toe op basis van de volledige inhoud van het aanvraagdossier. De subsidie kan dus alleen gebruikt worden voor het project dat / de activiteit die in het goedgekeurde aanvraagdossier beschreven staat.
Als er na toekenning onverwachts wijzigingen zijn in de uitvoering van het project / de activiteit moet de aanvrager dit melden en/of hiervoor toestemming vragen aan de Taalunie. In de algemene subsidievoorwaarden staat vermeld welke stappen een aanvrager moet ondernemen.
- 7
Eindrapportage
Uiterlijk 6 weken na afloop van het project / de activiteit moet de aanvrager via de subsidiemodule een eindrapportage indienen in het subsidiedossier. De aanvrager gebruikt verplicht het sjabloon Financiële eindrapportage projecten en activiteiten. - 8
Betaling saldo
Na goedkeuring van de eindrapportage wordt het saldo uitbetaald. Dit duurt 2 à 3 weken.
Vragen
Vragen over de subsidieprocedure?
Neem een kijkje bij de algemene informatie over onze subsidies en op de helppagina.
Vragen over de inhoud van deze subsidieregeling?
Neem contact op met
- Hellmuth Van Berlo (hvanberlo@taalunie.org) over projecten in de Duitstalige regio’s;
- Jo Sterckx (jsterckx@taalunie.org) over projecten in de Franstalige regio’s.