Subsidie voor gastdocenten

Met de subsidie van een gastdocentschap wil de Taalunie de onderlinge contacten binnen de internationale neerlandistiek bevorderen en afdelingen de mogelijkheid geven om tijdelijk extra deskundigheid aan te trekken en zo een meerwaarde aan hun studieprogramma te geven.

Waarvoor is de regeling bedoeld?

Het is de bedoeling dat meerdere afdelingen Nederlands de gastdocentschappen gezamenlijk aanvragen. Bovendien heeft het de voorkeur als de coördinatie van een gastdocentenregeling onder verantwoordelijkheid van een officieel docentenplatform valt. Gastdocenten kunnen afkomstig zijn uit alle afdelingen Nederlands binnen en buiten het taalgebied.

Criteria voor het gastdocentschap

  • De gastdocent wordt ingezet in de lessen Nederlandse taalverwerving, (ver)taalkunde, letterkunde, cultuurkunde, geschiedenis of interculturele communicatie. De aanvrager maakt in de aanvraag duidelijk hoe het gastdocentschap het studieprogramma aanvult en op welke manier het een meerwaarde voor het curriculum is.
  • De gastdocent houdt lezingen of workshops aan minstens twee afdelingen of instellingen in het betreffende land of regio. Zo kan het gastdocentschap zoveel mogelijk studenten bereiken. Gastdocentschappen aan individuele afdelingen kunnen uit de basissubsidie worden bekostigd.
  • De gastdocent verzorgt minstens vijf lessen (werkcolleges, hoorcolleges of workshops) aan de ontvangende afdelingen.
  • Het bestuur van het docentenplatform doet de aanvraag in overleg met de afdelingen of keurt de aanvraag namens de vereniging goed.
  • Per aanvraagronde kunnen maximaal 5 gastdocentschappen toegekend worden.

Subsidie

Net als bij Erasmus+ gaat de Taalunie in alle gevallen uit van cofinanciering of co-ondersteuning door andere instellingen met geld of in natura. De aanvrager regelt waar nodig zelf de ondersteuning door andere instellingen. Ook de eerdergenoemde basissubsidie van de Taalunie kan een deel van de kosten dekken. Bekijk ook onze pagina over Erasmus+ beurzen voor docenten.

Reis- en verblijfskosten

Voor reis- en verblijfskosten van gastdocenten tussen Europese onderwijsinstellingen en aangrenzende regio’s kan de aanvrager een beroep doen op het Erasmus+– of CEEPUS-programma.

Mocht er toch een beroep op de Taalunie nodig zijn voor reis- en verblijfskostenvergoeding, dan is het belangrijk om te vermelden waarom de vergoeding niet kon worden aangevraagd bij Erasmus+ of vergelijkbare programma’s.

De reiskostenvergoeding die de Taalunie hanteert, is dezelfde als die in het Erasmus+-mobiliteitsprogramma.

Voor de verblijfskosten van de gastdocent kan maximaal 70 euro per nacht worden aangevraagd voor een maximumduur van 14 dagen. Dat bedrag geldt voor alle afdelingen en landen.

Berekening reiskosten

Onze vergoeding is hetzelfde als die in het Erasmus+-mobiliteitsprogramma. Klik hier om uw reiskostenvergoeding te berekenen.

Honorarium en dagvergoeding

De Taalunie biedt een honorarium van maximaal 25 euro per lesuur, inclusief voorbereidingstijd, voor een maximumduur van 14 dagen.

Als dagvergoeding voor de gastdocent biedt de Taalunie 15 euro per dag aan, inclusief reisdagen, voor een maximumduur van 14 dagen.

Het honorarium en de dagvergoeding gelden voor alle ontvangende afdelingen en landen en voor alle gastdocenten, ongeacht hun nationaliteit, beroepscategorie, plaats van tewerkstelling of academische graad.

Hoe aanvragen?

Er zijn twee deadlines om een gastdocent aan te vragen: uiterlijk 1 juni en 1 december.

Uitbetaling

De uitbetaling gebeurt in 1 schijf: na toekenning wordt het volledige subsidiebedrag uitbetaald.

Meer informatie?

Heeft u vragen of opmerkingen? Stuur dan een e-mail naar mijnnederlands@taalunie.org.